Handelsregisterwet 2007

Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;

onderneming: een onderneming als bedoeld in artikel 5;

rechtspersoon: een rechtspersoon als bedoeld in artikel 6;

publiekrechtelijke rechtspersoon: een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

kerkgenootschap: een kerkgenootschap als bedoeld in artikel 2 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

basisregister: een verzameling gegevens waarvan bij wet is bepaald dat deze authentieke gegevens bevat;

authentiek gegeven: een in een basisregister opgenomen gegeven dat bij of krachtens wet als authentiek wordt aangemerkt;

handelsregister: het register, bedoeld in artikel 2;

kamer: een kamer van koophandel en fabrieken als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;

vestiging: een gebouw of complex van gebouwen waar duurzame uitoefening van de activiteiten van een onderneming of rechtspersoon plaatsvindt;

hoofdvestiging: een door een onderneming of een rechtspersoon als zodanig aangemerkte vestiging;

nevenvestiging: een vestiging niet zijnde de hoofdvestiging;

hoofdnederzetting: een in Nederland gelegen nevenvestiging van een buiten Nederland gevestigde onderneming of rechtspersoon of, indien er meer nevenvestigingen zijn, de door een onderneming of rechtspersoon als hoofdnederzetting aangemerkte nevenvestiging;

verordening 2137/85: verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV) (PbEG L 199);

verordening 2157/2001: verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294).